Paragrafen

Financiering

Onder renterisicobeheer wordt verstaan de onzekerheid over de hoogte van toekomstige rente uitgaven en –inkomsten. Voor de beheersing van de renterisico’s gelden een aantal concrete richtlijnen.

  1. Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag waarvoor de gemeente maximaal kortlopende leningen mag afsluiten, leningen korter dan één jaar. Het maximum wordt volgens de Wet Fido berekend op basis van een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2024 bedroeg het kasgeldlimiet    € 14.700.000 gebaseerd op een begrotingstotaal van € 172.937.000.

(bedragen x € 1.000)

Kasgeldlimiet voor het begrotingsjaar 2024

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Totaal netto vlottende schuld

-609

3.525

-8.775

-17.339

Toegestane kasgeldlimiet

14.700

14.700

14.700

14.700

Ruimte (+)/ Overschrijding (-)

15.309

11.175

23.475

32.039

Per kwartaal wordt gemeten of de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. De gemeente blijft in alle kwartalen van 2024 ruimschoots onder het toegestane kasgeldlimiet en voldoet daarmee aan de gestelde voorwaarden.

  1. Renterisiconorm

Om het risico van renteaanpassing en herfinanciering bij langlopende leningen te beperken is de renterisiconorm geïntroduceerd. Deze norm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal per 1 januari.
Het doel van de renterisiconorm is om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen dat het renterisico in voldoende mate wordt beperkt. Indien een leningenportefeuille gelijkmatig is opgebouwd, zal ook het renterisico over de vaste schuld gelijkmatig in de tijd verspreid zijn.

(bedragen x € 1.000)

Renterisiconorm en renterisico vaste schulden

Jaarrekening 2024

Begrotingstotaal

172.937

Vastgesteld percentage

20%

Renterisiconorm

34.587

Maximaal risico op vaste schuld

15.561

Ruimte (+)/ Overschrijding (-)

19.026

De gemeente is ruim onder drempel van de renterisiconorm gebleven.
Er hebben geen renteherzieningen op de portefeuille met langlopende leningen plaatsgevonden.

  1. Koersrisico

Vanwege het verplichte schatkistbankieren zijn er geen koersrisico’s in het kader van het treasurybeleid. Aandelen van nutsbedrijven zijn uit hoofde van de publieke taak aangetrokken en worden niet als risicovolle beleggingen beschouwd. Het betreft de aandelen in de NV BNG Bank, Vitens, Stedin, Alliander
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de instanties waarbij sprake is van een vorm van deelname in het kapitaal van de desbetreffende instelling.

                          (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Rating

Boekwaarde per 31-12-2024

Netto opbrengst 2024

BNG Bank

AAA

137

111

Vitens

A+

5

0

Alliander N.V.

A+

2.662

316

Stedin Holding N.V.

A-

1.155

13

Stedin Holding N.V. cumulatief preferent dividend

A-

680

2

Totaal

4.639

442

Een rating is te beschouwen als een kwaliteitskeurmerk. Ratings worden uitgedrukt in een combinatie van letters en cijfers. Een Triple A-rating is de hoogst mogelijke rating. Hoe hoger de rating, hoe lager het kredietrisico voor een belegger en vice versa.

De deelnemingen zijn tegen verkrijgingsprijs verantwoord. Het tegen verkrijgingsprijs verantwoorden is in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Om qua treasury goed inzicht te geven in de waarde van de beleggingsportefeuille ligt het meer voor de hand om naast de boekwaarde ook de marktwaarde (=verkoopwaarde) te vermelden. Doordat het aandelen betreft van niet-beursgenoteerde ondernemingen die tevens beperkt verhandelbaar zijn, is dat niet mogelijk.

  1. Kredietrisico

Het uitzetten van middelen in het kader van treasury is alleen nog toegestaan binnen de kaders van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Hierdoor doen zich bij het uitzetten van middelen geen (nieuwe) kredietrisico’s voor. Bij het verstrekken van leningen, garanties of borgstellingen uit hoofde van de publieke taak worden, indien mogelijk, zekerheden of garanties geëist.
Bij kredietrisico’s kan een onderverdeling in de volgende categorieën worden gemaakt:

  1. Verstrekte geldleningen

In het verleden zijn leningen aan derden verstrekt. Het huidige beleid is om hier terughoudend mee om te gaan, vanwege het risico dat eraan verbonden is.

                                   (bedragen x € 1.000)

Verstrekte geldleningen

Stand per 1-1-2024

Aflossing 2024

Verstrekkingen 2024

Stand per 31-12-2024

Startersleningen

2.624

159

650

3.115

Duurzaamheidslening

687

103

2

586

Toekomstbestendig Wonen

1.542

243

788

2.087

Stimuleringsreg. Maatschapplijk Vastgoed

104

6

0

98

Verenigingen

250

13

0

237

Hypoth. lening personeel

464

11

0

455

Overige leningen

6.023

0

0

6.023

Totaal

11.694

535

1.440

12.601

De starters- en duurzaamheidsleningen worden door de SVn uitgevoerd. In 2024 was er nog sprake van een hogere inflatie dan gewenst, de economische gevolgen hiervan worden vooral door jongeren (starters) ondervonden, zij krijgen minder eenvoudig leningen voor investeringen toegekend en hebben minder financiële armslag. Hierbij biedt SVn de helpende hand door o.m. startersleningen te verstrekken. Ondanks het feit dat dit nog niet is voorgekomen, moeten we er toch rekening mee houden dat gezien de economische ontwikkelingen er een kans bestaat dat sommige lening als oninbaar moeten worden afgeboekt.

Het risico dat de aflossingstermijnen van de leningen aan de verenigingen niet worden voldaan is klein. Ook in de periode dat Covid-19 een grote rol speelde in het verenigingsleven, zijn alle leningen conform schema afgelost.
De gemeente heeft in het verleden aan (oud) medewerkers een hypothecaire geldlening verstrekt. In 2021 heeft een aantal van hen, vanwege de gunstige rentetarieven, de lening vervroegd afgelost. Van de overgebleven leningen wordt het risico op niet terugbetalen als uiterst klein ingeschat.

  1. Garantstelling

In het verleden zijn garanties verstrekt aan met name woningbouwcorporaties of maatschappelijke organisaties. Ook hier voert de gemeente een terughoudend beleid. In onderstaand tabel wordt een overzicht gegeven van de gegarandeerde geldleningen, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen de garanties waarbij de gemeente als achtervang fungeert en de garanties waarbij de gemeente direct risicodrager is.

(bedragen x € 1.000)

Gegarandeerde geldleningen

Oorspronkelijk bedrag

% garantstelling

Stand per
 1-1-2024

Opname
2024

Aflossing 2024

Stand per
31-12-2024

Particuliere woningbouw

50-100%

47.557

3.506

44.051

Woningbouwcorporaties

101.955

50%

63.162

1.169

61.993

Gemeente als achtervang

110.719

4.675

106.044

Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland

37.500

23,8%

8.799

0

8.799

Sporthal De Wiel

2.684

100%

2.313

50

2.263

Leningen personeel

943

100%

439

439

VV Tricht

100

50%

43

3

40

TV Rhelico

100

50%

43

3

40

HCG

125

50%

41

41

De Waalrackets

                     63

50%

32

2

30

Gemeente als directe risicodrager

11.710

58

11.652

Totaal gegarandeerde geldleningen

122.429

4.733

117.696

Met betrekking tot de particulieren woningbouw staat de gemeente voor 100% garant voor hypotheken die zijn afgesloten vóór 1995. In 1995 is gestart met de Nationale Hypotheek Garantie. Dit betekende voor de gemeente dat zij niet alleen garant stond voor de aangegane particuliere hypotheken, maar dat zij dit doet samen met de Rijksoverheid: ieder voor 50%. In 2011 heeft het Rijk deze garantstelling voor de NHG geheel voor haar rekening genomen. Door aflossingen wordt het bedrag waar de gemeente garant voor staat kleiner. Daar staat tegenover dat vanwege de huidige economische situatie het niet denkbeeldig is dat er een groter beroep op de garantstelling wordt gedaan.

Ook voor leningen van de woningbouwcorporaties staat de gemeente - samen met het Rijk - als achtervang garant. Ondanks enkele faillissementen en ander financiële malversaties bij de woningbouwcorporaties is het tot op heden niet voorgekomen dat een beroep moest worden gedaan op deze achtervang constructie, waardoor het toekomstige risico dat de gemeente haar achtervang rol moet uitoefenen als gering wordt ingeschat.
Op basis van eerdere jaarrekeningen is een inschatting gemaakt van de kans dat de gemeente garant moet staan voor Sporthal De Wiel. Met behulp van financiële kengetallen is een risicobeoordeling gemaakt. Voor sporthal De Wiel geldt dat de het risico op een beroep op de garantstelling van de gemeente klein is. Voor de invoering van de Wet Fido (2001) was het voor ambtenaren mogelijk goedkoop te lenen, waarbij de gemeente garant stond. Sindsdien is het niet meer mogelijk voor ambtenaren om langs deze weg een hypotheek af te sluiten. De gemeente dient in het verleden afgesloten hypotheken te respecteren en als garantsteller voor deze hypotheken te fungeren tot het moment van algehele aflossing. Het risico dat de gemeente aan wordt gesproken op haar rol als garantsteller wordt op dit moment als uiterst klein geschat.

  1. Interne liquiditeitsbeheer

Interne liquiditeitsrisico’s worden beperkt door de financieringsactiviteiten te baseren op een liquiditeitsprognose. Het voornemen is om voor 2025 te gaan werken met een treasury dashboard om de geldstromen nog nauwkeuriger in beeld te brengen.

Deze pagina is gebouwd op 07/04/2025 14:04:37 met de export van 07/04/2025 13:54:14