Terugblik
We starten in deze paragraaf in het jaarverslag met een terugblik op de risico's 2024.
Van de risico's uit de paragraaf Weerstandsvermogen van de begroting 2024 deden de volgende risico's zich daadwerkelijk voor:
- Niet realiseren bezuinigingen Rijk: het Rijk legde ons bezuinigingen op in verband met de hervormingsagenda Jeugdzorg. In de praktijk namen de kosten van de Jeugdzorg voor onze gemeente in 2024 juist toe. Ook zorgden personeelstekorten bij zorgaanbieders voor hogere kosten door extra inzet vanuit het team Sociaal en suboptimale oplossingen. Dit resulteerde in een overschrijding van de begroting met ruim 1,8 miljoen euro. Daarom startten we met de uitvoering van een herstelplan.
- Niet kunnen invullen vacatures deed zich op specifieke vakgebieden zoals financieel advies, civieltechnische functies en ruimtelijke ordening voor.
- Vervangen van medewerkers of uitbetalen verlofstuwmeren bij vertrek van medewerkers.
Ook in 2024 hadden we te maken met prijsstijgingen. Deze konden we opvangen binnen de stelpost loon- en prijsstijgingen.
Vooruitblik
De vooruitblik gaat uit van de actualisatieslag die we deden op de risico's van de begroting 2025. Een aantal risico's bleek inmiddels niet meer actueel.
In totaal identificeerden we 29 risico's. Voor de leesbaarheid van deze paragraaf beschrijven we in het risicoprofiel alleen de 10 risico's met het grootste effect op het weerstandsvermogen. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen rekenen we wel alle risico's door. Dit doen we met behulp van een Monte Carlo simulatie, die we ook gebruiken voor het bepalen van de benodigde risicoreserve voor de grondexploitatie. De uitkomst van de Monte Carlo simulatie voor de risico's, exclusief grondexploitatie, is 15.613.188 euro. Het risicoprofiel van de grondexploitatie is 4.211.000 euro, waardoor het totale risicoprofiel van de gemeente 19.824.188 bedraagt.
Top 10 financiële risico's
Omschrijving | Netto-risico score | Kans van optreden | Maximaal financieel gevolg in euro | Invloed op Weerstandsvermogen | |
Sanering geluidswal en “afbouw” golfbaan worden niet meer uitgevoerd door initiatiefnemer/eigenaar | 50 % | 19.000.000 | 67,56 % | ||
Niet volledig of vertraagd realiseren taakstellingen uit de begroting | 50 % | 1.000.000 | 5,10 % | ||
Hogere kosten open einderegelingen jeugd en wmo | 50 % | 1.300.000 | 4,86 % | ||
Hogere kosten als gevolg van mogelijke overdracht wethouderspensioenen naar ABP in 2028 | 25 % | 1.850.000 | 4,00 % | ||
Hogere kosten DVO AVRI Ibortaken | 70 % | 500.000 | 2,61 % | ||
Hack van gemeentelijke systemen of onbevoegde toegang tot persoonsgegevens | 50 % | 500.000 | 1,76 % | ||
Algemeen risico van gestegen prijzen boven de compensatie door het Rijk | 50 % | 500.000 | 1,75 % | ||
Verlofstuwmeer personeel | 25 % | 1.056.000 | 1,53 % | ||
Niet kunnen invullen openstaande vacatures noch kunnen inhuren | 50 % | 400.000 | 1,39 % | ||
Ontdekken van drugslabs en hennepkwekerijen | 50 % | 250.000 | 1,21 % | ||
19 overige risico's | 3.275.000 | 9,44 % | |||
Totaal | 29.631.000 | 100,00 % |
Toelichting risico's
Sanering komt voor rekening van gemeente
Bij de milieusanering in Spijk was en is er een risico dat de gemeente probleemeigenaar wordt. De kosten voor het uitvoeren van de sanering kunnen dan hoog voor de gemeente zijn. Dat heeft impact op het weerstandsvermogen van de gemeente. De gemeenteraad besloot mede daarom op 27 juni 2023 om een tijdelijke impuls in de vorm van een lening voor de toekomstige gebiedsontwikkeling op het gebied van sport, toerisme en recreatie en energietransitie in combinatie met het oplossen milieuprobleem in Spijk aan te merken als een publieke taak. Op grond hiervan heeft het college besloten om een samenwerkingsovereenkomst met The Dutch en ESG aan te gaan waarin nadere afspraken zijn gemaakt over de doelen, de samenwerking en de termijn van realisatie van de aangemerkte projecten waaronder het oplossen van het milieuprobleem. Voor het verstrekken van de lening is een overeenkomst tot geldlening vastgesteld met een aantal waarborgen indien de afspraken of terugbetaling niet nagekomen worden. Met het verstrekken van de lening en het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst zijn er voor de gemeente zekerheden ingebouwd dat de partijen ESG en The Dutch het milieuprobleem gaan oplossen waardoor de maatschappelijke risico’s worden verminderd.
Er zijn nu enkele actuele ontwikkelingen die een mogelijke impact hebben op het risico. Enerzijds zijn de ramingen van de oplossingsrichting voor een landmark recent geactualiseerd waarbij er vragen zijn of de initiatiefnemer de kosten voor het realiseren van de totaaloplossing van het milieuprobleem volgens de samenwerkingsovereenkomst financieel kan dragen. Voornaamste reden hiervoor zijn de gewijzigde marktomstandigheden.
Anderzijds is er op dit moment een variantenonderzoek gaande met de betrokken andere overheden. Verschillende scenario’s zijn hierin opgenomen om tot een optimale variant te komen. Een van deze opties is de afvoer van de staalslakken. Dit zou tot onaanvaardbaar hoge kosten kunnen leiden.
Landelijk heeft de Algemene Rekenkamer aan de minister en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat gerapporteerd dat er maatregelen getroffen moeten worden voor een veilige en circulaire toepassing van afval (waaronder staalslakken). Volgens de huidige wet- en regelgeving voldoet de gekozen oplossing echter. Daarnaast is de recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State helder over verwerking van de staalslakken op locatie. Daarom houden we in de waardering van het risico geen rekening met de hoge kosten van het afvoeren van de staalslakken.
De kans, dat het risico zich voordoet, hangt mede samen met de termijn waarop de discussie met de andere overheden eindigt. Daarnaast is het zo dat eventuele aanpassingen en wet- en regelgeving niet van toepassing zullen zijn op bestaande casussen. Onze inzet is er op gericht het risico zo laag mogelijk te houden. Omdat er nog geen zicht is op de uitkomst van de discussie, schatten we de kans echter op 50 procent.
Het bedrag stelden we bij op basis van de laatste ramingen van de acceptabele varianten naar een verwachte waarde van 10 miljoen en een maximale waarde van 19 miljoen euro.
Niet volledig of vertraagd realiseren taakstellingen uit de begroting
In de begroting zijn taakstellingen opgenomen. Deze taakstellingen vinden voor een deel hun oorsprong in voorgaande begrotingen en voor het grootste deel in de besluitvorming over de Financieel Fit maatregelen bij de begroting 2025. Het risico dat we die taakstellingen niet realiseren ramen we op maxmaal 500.000 euro met een kans van 50% dat het risico zich voordoet.
Hogere kosten open einde regelingen Jeugdwet en Wmo
De uitvoering van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning betreft open einde regelingen. Dit betekent dat wij cliënten moeten ondersteunen en zorg moeten bieden wanneer zij dat nodig hebben. Ondanks de nieuwe manieren van werken vanuit het herstelplan is een autonome groei van het aantal cliënten of een toename van de zorgintensiteit mogelijk. In 2024 hebben wij daarnaast gezien dat voor sommige vormen van zorg door personeelstekorten bij zorgaanbieders lange wachtlijsten bestaan, waardoor overbrugging met suboptimale vormen van zorg noodzakelijk is. Door toename aantal, complexiteit en duur zorgtrajecten ontstaan er hogere kosten. Bij jeugd gaat het vooral om duur en complexiteit, bij Wmo om vergrijzing en deels nog aanzuigende werking als gevolg van het abonnementstarief. De verwachting is dat het Rijk de toename van de kosten voor een deel gaat compenseren op grond van de voorjaarsnota 2025, daarom schatten wij de kans op dit risico per saldo op 50%.
Hogere kosten als gevolg van mogelijke overdracht van wethouderspensioenen naar het ABP in 2028
De wetgeving rondom de pensioenregelingen voor wethouders wijzigt mogelijk per 2028. Doordat ABP een andere rente hanteert moet mogelijk in 2028 wel (eenmalig) een fors bedrag worden bijgestort in de voorziening. Het verschil in rekenmethode is 1.850.000. We nemen dit bedrag nu op als risico met een kleine kans van optreden, gelet op de termijn. Als er meer zekerheid over is, verwerken we het bedrag in de begroting.
Hogere kosten DVO AVRI Ibor-taken
Avri voert in de openbare ruimte een aantal taken uit op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Hiervoor is een werkbegroting opgesteld en op basis daarvan opdracht verstrekt. In september 2024 heeft Avri aangegeven een overschrijding van 300.000 euro te hebben op deze werkbegroting. Daarnaast wil AVRI de tijdelijke frictiekosten als gevolg van het terughalen door de gemeente van de taken onderhoud bomen buitengebied en reinigen kolken alsnog doorberekenen. Wij hebben bezwaar gemaakt tegen de hogere kosten en schatten het risico op mogelijke bijbetaling op 70%.
Hack van gemeentelijke systemen of onbevoegde toegang tot persoonsgegevens
Gemeenten lopen een groot risico om gehackt te worden. De dreiging vanuit buitenlandse hackers neemt toe en de mens is de voornaamste risicofactor door onvoldoende bewustzijn van informatiebeveiligingsrisico's. Daarom zorgen wij voor een optimale beveiliging van de systemen en devices en trainen we medewerkers regelmatig op bewust worden van informatiebeveiligingsrisico's. Maar omdat de dreiging van buitenaf toeneemt, schatten wij de kans dat het risico zich voordoet op 50% en de omvang op 500.000 euro.
Algemeen risico van gestegen prijzen boven de prijscompensatie door het Rijk
Het gaat vooral om prijsstijgingen in de GWW sector en in het sociaal domein. Het uitvoeren van de begroting en de beheerplannen wordt hierdoor duurder. Het is bekend dat het Rijk niet alle prijsstijgingen compenseert, die door het Centraal Planbureau zijn berekend. Het verschil is gemiddeld 1%.
Verlofstuwmeer personeel
Vanwege de fusie en de hoge werkdruk heeft een aantal medewerkers een stuwmeer aan bovenwettelijke verlofuren opgebouwd. Met de invoering van de nieuwe CAO gemeenten hebben medewerkers de mogelijkheid om bovenwettelijk verlof te sparen. Inmiddels wordt daar meer gebruik van gemaakt, maar constateren we wel dat de bovenwettelijke verlofsaldi ultimo 2024 een waarde vertegenwoordigden van 1.581.000. Hiervan betreft 525.000 een voorziening voor verlofsparen. Voor het overige kunnen wij geen reservering opnemen. In totaal bedraagt het niet gereserveerde stuwmeer aan het einde van 2024 in geld een bedrag van 1.056.000 euro. Niet alle medewerkers zullen dit stuwmeer in 2025 opnemen, daarom verwachten we een bedrag van 256.000 euro en schatten we de kans dat dit risico zich voordoet op 25%.
Niet kunnen invullen openstaande vacatures noch kunnen inhuren
Dit risico heeft te maken met de krapte op de arbeidsmarkt en behoud van personeel. Het risico wordt enigszins gemitigeerd door onze inzet op arbeidsmarktcommunicatie en het nieuwe instrument Flexibele kern en het werken met eigen recruiters. Het risico betreft de meerkosten als gevolg van inhuur op de vacatures. Mocht als gevolg van de niet ingevulde vacatures verzuim bij eigen personeel ontstaan door verhoogde werkdruk zal het verzuimpercentage stijgen. Het totale risico stelden we bij naar 400.000 euro. Omdat we sinds 2023 actief inzetten op het nieuwe concept Flexibele kern en uitgebreide arbeidscommunicatie, en sinds begin 2025 beschikken over eigen recruiters, schatten we de kans dat het risico optreedt op 50%.
Ontdekken van drugslabs en hennepkwekerijen
De problematiek van ondermijning en drugslabs in het buitengebied verschuift van Brabant naar Gelderland. Wanneer de kosten van sanering niet verhaald kunnen worden op de veroorzaker, draagt de gemeente deze kosten. Gelet op de ervaringen in de afgelopen jaren stellen we de kans op dit risico op aannemelijk.
Risico' s grondexploitatie
Naast de risico’s in de tabel is voor de grondexploitatie berekend welke risicoreserve nodig is. Deze berekening is gemaakt op basis van een zogenoemde Monte Carlo simulatie, waarbij de risico's veelvuldig worden doorgerekend. Op de uitkomst van die berekening passen we geen weging meer toe. In het meerjarenprogramma grondexploitatie (MPG) is hiervoor een bedrag berekend van in totaal 4.211.000 euro. Hiervan is een bedrag van 2.565.000 euro berekend voor de risico's van bedrijventerreinen, voornamelijk Hondsgemet noord. Voor 1.646.000 euro zijn er risico's bij de woningbouwprojecten. Dit risicobedrag betreft voornamelijk De Plantage en een aantal kleinere woningbouwprojecten. Als gevolg van verwerking van de opgetreden risico's rondom rentestijging en plankosten in de grondexploitatie, en de nog niet als opbrengst verwerkte WBI subsidie, is het risicobedrag afgenomen. Er is een algemene reserve grondexploitatie, die na de bestemming van het resultaat 2024 voldoende is om de risico’s in de grondexploitatie te kunnen opvangen.